Je bent nu bij: 9 Maetsuyckerstraat
"De reden, waeromme de onse dus schielijk tot de overgave van het casteel sijn gecomen bestaet daerinne, dat den vijand op den 25en january de reduyt Uytrecht, staende aen de zuydzijde des casteels, uyt sijn bateriën met groff canon soo heftigh heeft beschoten, datter geen lijfberging meer in te vinden was (…)(1)."
In april 1662 verliest de VOC onder leiding van Maetsuycker het eiland Formosa. De vernietiging van verdedigingsbolwerk Utrecht door 25, 000 troepen van de Chinese krijger Coxinga betekende het einde van de vestiging. Het was een enorm verlies voor de VOC. Formosa, het huidige Taiwan, was een belangrijk eiland voor de handel met China. Deze gevoelige nederlaag voor Maetsuycker veranderde Maetsuycker zijn visie op het ambt van gouverneur-generaal(2). Maetsuycker koos voor een hardere aanpak.
Verdrag voor de overgave van het Fort Zeelandia, NA inv.nr. 1234. Eigen foto.
'Vrees voor het afnemen van het respect voor de Compagnie door het verlies van Formosa; daarom wordt een goede macht van schepen voor de kust van China aangevraagd(3)' was het 'krachtige'(4) antwoord van Maetsuycker op het verlies. Na de val van Formosa breidde Maetsuycker het territorium van de VOC uit, waarbij economisch gewin belangrijker was dan het voorkomen van menselijk lijden. Door zijn optreden werden Malaban, Cedon, Ceylon en, uit economisch oogpunt het belangrijkste gebied, Makassar veroverd. Door de bezetting van Makassar kon de VOC de specerijenhandel op Celebes beter controleren. Daarnaast was Makassar een belangrijke radar in de slavenhandel. De schatting is dat de VOC, gedurende haar bestaan, 100, 000 tot slaafgemaakten heeft verhandeld op Makassar(5).
Eindnoten
- Generale missiven van gouverneurs-generaal en raden aan heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie, Deel 3, 1656-1674, GS 125, p. 373-375.
- Zie onder andere: L.P. van Putten., Ambitie en Onvermogen, Gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië, (Rotterdam 2002), 83; Pieter de Hondt, Historische beschryving der reizen, of Nieuwe en volkoome verzameling van de aller-waardigste en zeldsaamste zee- en landtogten ... vervattende niet alleen ... de aanmerkenswaardigste ontmoetingen en gevallen, der ontdekkeren en reizigers ... maar inzonderheid, de nutste en verhevenste zaaken, van alle de tot nu toe ontdekte gewesten, in Europa, Azia, Afrika, en Amerika ... (Amsterdam 1765), 238-241.
- Generale missiven van gouverneurs-generaal en raden aan heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie, Deel 3, 1656-1674, GS 125, p. 373-375.
- H. Zeeman, Het Leven, de daden en lotgevallen van Jan Camphuis, 89-92.
- Reggie Baay, Daar werd wat gruwelijks verricht. Slavernij in Nederlands-Indië (Amsterdam 2015), 43.; Dirk van Hogendorp, Proev over den Slaavenhandel en Slavernij in Nederlands-Indië, 455.; Dirk van Hogendorp, Kraspoekol; of de slaavern. Een tafereel der zeden van Neerlands-Indiën (Delft 1800, VII-VIII.)